We waren getuige van een spectaculaire zonsondergang in West-Friesland. De natuur deed z’n best met onwaarschijnlijk mooie kleuren. Bomen leken in brand te staan. Sloten weerspiegelden het schouwspel en verdubbelden de schoonheid. Plassen water die op de drassige akkers stonden na de overvloedige regenval van de dagen daarvoor, veranderden in rode en oranje spiegels.

Aangekomen in het dorp zag ik achter vele ramen grote televisieschermen oplichten. Reclames en nieuws flitsten voorbij, aandachtig aanschouwd door de bewoners. Ik vroeg me af of zij ook naar buiten hadden gekeken, waar zoveel mooi(er)s was te zien. Hadden zij de zon al zó vaak zien zakken dat het hen niet langer interesseerde? Vonden zij de beelden op hun tv meer de moeite waard dan wat de natuur hen voorschotelde? Was het hedendaagse drama dat hun kamer binnenstroomde belangrijker dan het alledaagse wonder dat zich buiten afspeelde? Ik wilde wel op die ramen kloppen om geestdriftig naar  het westen te wijzen: “dáár gebeurt het, mensen!”

Op hetzelfde moment realiseerde ik me: met deze gedachten was ik het zélf die de zonsondergang miste. Zat ik zélf in mijn hoofd met een mening over mijn medemens. Genoot ik zélf niet van wat er was. Hield ik me zélf bezig met zaken die mij niet aangingen. Was ík niet aanwezig in dat wonderschone nu.

Weer een stukje kleiner genoot ik verder.

Foto © Rob Tol

Share This