Emoties, we hebben ze allemaal. Sommige gevoelens vinden we fijn, anderen proberen we uit te bannen.

Van jongs af aan leren we welke er mogen zijn en welke niet (spoiler-alert: je mag eigenlijk alleen blij zijn). We hebben blijkbaar ooit collectief besloten dat alles behalve blijheid niet helemaal ideaal is en geven die kennis nu al generaties lang door.

Deze zienswijze gaat er vanuit dat “negatieve” emoties een soort entiteiten zijn waar we geen invloed op hebben, maar die wel een groot gevaar vormen voor ons welzijn. Vanuit die zienswijze is het logisch om continu bezig te zijn met het modereren van je gevoelens. Anders loop je misschien wel de kans ten prooi te vallen aan een slechte emotie. Dat modereren ziet er dan ongeveer zo uit:

“Een schattig omaatje glimlacht naar me. Ik voel me blij en dat is goed. Maar… Nu zie ik een paar hangjongeren afval op straat gooien. Stom zeg. Daar word ik nou echt boos van. Oh nee… Boosheid. FOUT! Snel, ik moet zorgen dat ik weer blij ben!”

Enzovoorts. Kan zo een hele dagtaak worden. En hoe meer je denkt over hoe eng iets is of over hoe boos je bent, hoe sterker de emotie wordt.

Zoals ik in mijn vorige artikel al beschreef, zijn emoties echter geen entiteiten – het zijn slechts signalen die ons informatie geven over ons denken in het moment. Niks om van te schrikken. Het zegt namelijk bijzonder weinig over jou als persoon als je (vaak) een specifiek gevoel hebt. Hooguit dat je vaak een bepaalde gedachte hebt.

Het mooie is dat gedachten vluchtig zijn. Zo zijn ze er, zo zijn ze er niet meer. Het signaal wordt gegeven en trekt daarna vanzelf weer weg. Meer dan misschien even registreren waar je denken je naar toe brengt hoef je niet te doen.

Daarom ben ik voor een nieuwe visie om door te geven aan volgende generaties: alle emoties mogen er zijn… En dan mogen ze ook weer voorbij gaan. Zoveel rustiger.

Share This