Ik had laatst nogal een vervelende ochtend – niks ging zoals ik het wilde en ik voelde me ellendig. Ik was nog hartstikke moe toen ik opstond en wilde eigenlijk in bed blijven liggen, wat niet kon. Er moest gewerkt worden. Toen ik op mijn werk aankwam moest ik steeds wachten op anderen, waar ik compleet kriegel van werd. Ik was dus al chagrijnig toen een collega een opmerking maakte die ik als kwetsend ervoer. Verdrietig en chagrijnig. Geen goeie combinatie.

Ik schoot meteen in de ‘uitzendbureau bellen en zeggen dat ik ander werk wil’ modus. Dat is het grote voordeel aan een vakantiebaantje via het uitzendbureau. 😉

Toevallig had ik de dag ervoor een lezing van George Pransky over emoties gekeken, waarin hij stelde dat emoties geen informatie geven over de realiteit, maar over ons denken in het moment. Je emoties zijn een soort navigatiesysteem, zei hij. Net zoals je op een TomTom een thuisadres kunt invoeren, hebben mensen ook een soort ‘thuis’ van binnen. Een gevoel van rust. Dat gevoel is standaard. Al het andere komt voort uit je denken. Je emoties zijn meer een soort bewegwijzeringsbordjes die je vertellen waar je terecht bent gekomen. Pissed Off City, in mijn geval.

Dit stukje van de lezing kwam keihard binnen in de vorm van het volgende inzicht: ik ben altijd veilig. En jij ook. Iedereen is altijd veilig. Je kunt je nog zo bang, boos, blij of verdrietig voelen, maar door je innerlijke kompas kom je steevast terug op een fijne plek. Eigenlijk maakt het helemaal niet zoveel uit hoe je je voelt, want met je kompas en de informatie van je emoties kun je altijd de weg naar ‘huis’ terugvinden.

Met dat inzicht nog vers in mijn achterhoofd kon ik de situatie op mijn werk opeens van een afstandje zien en kwam ik weer tot rust. Blijkbaar riep die opmerking allerlei negatieve gedachten bij me op. Maar oh ja… ik ben gewoon veilig. Ik hoef niet te stoppen met dit werk omdat ik me nu zo voel.

Hèhè, ik ben weer thuis.

Share This