Vorige week berichtte mijn jongste zoon via Messenger dat hij veilig was. Dat vond ik best fijn om te horen, ik begreep alleen niet waarom hij dit op dat specifieke moment nu juist meedeelde. Hij stuurde de verklaring er achteraan: hij was net een half uurtje weg uit Tel Aviv toen daar twee raketten op af werden gevuurd. Dus meldde hij zich veilig voordat zijn moeder dat op het nieuws zou lezen of horen en zich zorgen zou gaan maken.

Afgelopen maandag vroeg dezelfde zoon via hetzelfde medium aan zijn oudere broer: “ben je veilig?”. Mijn oudste wist ook niet waarom deze vraag gesteld werd. De jongste stuurde wat linkjes waaruit bleek dat er een schietpartij had plaatsgevonden 100 meter van het huis van de oudste. Waarop deze meldde dat zijn vege lijf zich toevallig in Amsterdam bevond. En nee, ik wil het niet over de betreffende incidenten hebben, maar over het idee van veilig zijn.

Een oerbehoefte lijkt het. Die we proberen te vervullen op een manier die nooit kan werken. Want we gaan er gewoonlijk, maar ten onrechte, vanuit dat veilig zijn inhoudt dat je je buiten een gevarenzone (in welke vorm dan ook) bevindt. Of dat nu een oorlogsgebied is of een minimum saldo op je bankrekening. We denken dat veiligheid inhoudt dat er ‘niets aan de hand’ is. Dat je omstandigheden aan jouw veiligheidsvoorwaarden voldoen.

En hoewel er natuurlijk absoluut niets tegen is om uit een gevaarlijke situatie te stappen (sterker nog, dat lijkt me heel natuurlijk) of actie te ondernemen om aan eten te komen, zit ware veiligheid niet in omstandigheden die overeenkomen met de veiligheidsvoorschriften in je hoofd. Dat is een misverstand dat kan leiden tot een eindeloos streven naar beter (lees: veiliger) in allerlei opzichten. Naar het continu inbouwen van nieuwe maatregelen in welke vorm dan ook. Naar het verzamelen van geld en goederen, naar het bouwen van muren, naar het opstellen van strakke regels voor jezelf en anderen. Vooral de anderen die jouw veiligheid in gevaar lijken te brengen.

Allemaal om een gevoel te bewerkstelligen dat al in je zit. Een gevoel dat zich vanzelf aandient met de realisatie dat je niet dit aardepakje BENT, maar HEBT. Dat je niet deze ervaring BENT maar HEBT. Dat je ware natuur de bron van dit alles is. Onbreekbaar, onaantastbaar, oneindig groots en altijd veilig.

Uiteraard moet je dit niet van mij aannemen als een goed idee. Kijk gewoon zelf. Is dit lichaam nog hetzelfde als de baby die ooit jouw naam kreeg? Waar zijn alle ervaringen gebleven die je ooit had? En het verhaal dat jouw levensloop vertelt; waar is het? Wie ben je werkelijk?

Kun je zien dat de veiligheidsmaatregelen die je als kind misschien nam (niet op de voegen tussen de straattegels stappen op weg naar school!) slechts illusoire veiligheid opleverden? Durf je ook helder te kijken naar de échte reden voor je streven naar bepaalde hoeveelheden geld, aantal kilo’s, de juiste partner, de passende baan en correcte gedragingen van je nageslacht en medemens? Wellicht ontdek je, net als ik, dat je zoekt naar veiligheid op plekken waar het nooit gevonden kan worden. Dat je nog steeds bezig bent met het vermijden van de voegen, maar nu op een zogenaamd volwassen en vaak geaccepteerde manier.

Mijn zoon wees me er nog even op dat er zelfs een website bestaat met de url ikbenveilig.nl. Ik bedacht dat die naam zomaar gebruikt zou kunnen worden door iemand die zich realiseert wat zijn ware natuur is. Die een diep begrip van de 3 principes heeft of een andere metafoor die naar hetzelfde weten wijst.

‘Ik ben veilig’; niet als nieuwe mantra maar door een diep besef van wat je werkelijk bent.

Share This