Lopend langs lange rijen boeken in de psychologie- filosofie- en zelfhulpsectie van een grote boekhandel vermaakte ik me met het lezen van de ruggen. En er viel me iets op: een flink aantal titels hield een opdracht in om van een ‘negatieve’ eigenschap of levensgebeurtenis iets beters te maken. Iets wat we als positief zouden bestempelen. Een kracht, werd het in de meeste gevallen genoemd.

Ik las:

-Maak van je imperfectie een kracht.

-Maak van je klacht je kracht.

-Maak van schaamte en kwetsbaarheid je kracht.

Mijn brein verzon voor de gein nog een aantal aanvullende titels: Maak van je trauma je trots. Draai van elke drol een taartje. Maak van je klerezooi maar klatergoud. Maak van je lijden een lachertje. Of: maak van je lijden je leiderschap! Maak van je drama je droomleven. Maak van je malaise je magie. Maak van je gezeur gezonde gedachten. Maak van je kutgevoel een kunstwerk. (Ze zijn allemaal te koop. Stuur me een berichtje 🙂 ).

Verder kon ik alleen maar denken: “waarom in hemelsnaam?” Mag wat we imperfectie noemen niet gewoon imperfect zijn (en wat is dat eigenlijk?) Mag een klacht niet simpelweg een klacht zijn (als ‘ie er dan toch is?). Mogen we gevoelens die we schaamte en kwetsbaarheid noemen niet voelen of zo en wie heeft dat bedacht? Of moeten we met imperfectie, klachten, schaamte en kwetsbaarheid te koop lopen om er een krachtshow van te knutselen? Voor wie eigenlijk?

Is het niet een ultieme ‘kracht’ om nergens iets van te maken, maar wat er IS eenvoudigweg te beleven, te ervaren, te voelen? Wetend dat het een (soms heel krachtige) golfbeweging is in een zee van energie? Realiserend dat alles steeds van zichzelf verandert zoals een oceaan ook nooit stilstaat? Met het besef dat het leven nu eenmaal heel levendig is?

En ook: dat er helemaal geen weg is van hier naar daar of van dit naar dat, al lijkt het natuurlijk wel zo. Maar alleen het brein rijgt ervaringen aan elkaar tot een persoonlijk levensverhaal. Alleen het brein maakt van energiebewegingen een concept dat het vervolgens af- of goedkeurt. En verzint bij afkeuring een beter klinkend concept om naartoe te werken

Ergens iets anders van maken kan alleen in praktische zin. Je maakt een poppetje van closetrollen of een brood van bloem, gist en water. Zo’n constructie valt dan uiteindelijk ook vanzelf weer uit elkaar, raakt beschimmeld of wordt opgegeten en verteerd. Alles wat je niet vast kunt pakken (je imperfectie, je klacht, je schaamte en je kwetsbaarheid) verandert, beweegt of transformeert vanzelf. Dat is de aard van gevoelens, gedachten, eigenschappen en verhalen. Hoef je niets aan of mee te doen.

Er is het idee van imperfectie en een volgend moment is er schaterlachen om een scheet.

Er is een lichamelijke klacht en op een gegeven ogenblik ga je slapen. Of je slikt een pil.

Er is een gevoel van schaamte en van kwetsbaarheid en dan word je ineens enorm boos om een krantenartikel.

Je hoeft van geen enkele drol een taartje te bakken. Je hoeft geen enkele ‘eigenschap’ te transformeren of jezelf te verbeteren. Het zijn allemaal tijdelijke ervaringen of, anders gezegd, heel echt voelende illusies.

Van zichzelf Niets (Pure Levenskracht? ) wat zich manifesteert als Iets: imperfectie, schaterlachen, klachten, slaap, pillen, schaamte, kwetsbaarheid, woede en het idee van een ‘ik’ die daar iets anders van moet maken 🙂 .

Afbeelding van Thorsten Frenzel via Pixabay

Share This