Ik ving een gesprek op. Een gewoon, dagelijks gesprek tussen twee mensen. En ik hoorde dat er aan één kant van de conversatie minstens vier levens tegelijk werden geleefd. Het klonk erg druk, maar dat is wellicht mijn perceptie.

Er werd gepraat over gebeurtenissen in het verleden alsof deze nog groot belang hadden of noodzakelijk waren om het heden te duiden. Het verleden leek ook een middel om voor de gesprekspartner ‘een beeld’ te schetsen.

Er werd gefantaseerd over de toekomst. Er was een doel bedacht en er moest een weg naar dat doel gepland worden. Met de juiste stappen en alle alternatieve mogelijkheden in overweging nemend en rekening houdend met de kosten en beschikbare tijd en meer van die dingen.

Er werd een verhaal over het huidige moment gelegd met allerlei beoordelingen en maatstaven. Het was ‘druk op het werk’. Er speelde een akkefietje met een collega. Men stond ‘aan het begin van een nieuw traject’. Er was zin in bepaalde aspecten en weerstand tegen andere onderdelen, maar daar moest dan maar even doorheen gebeten worden. Dan was er ook nog nageslacht waar over nagedacht diende te worden. Welke kant de kinderen op gestuurd moesten worden en welke begeleiding de beste was. Wat er vermeden moest worden en hoe.

Tot slot was er de realiteit van dit moment. Zitten. Af en toe een slok koffie en de smaak daarvan. Een helemaal compleet moment waar de eerdergenoemde verhaallijnen een overbodige denkdrab overheen gooiden. Onschuldig en onopgemerkt.

Voor wie gewend is op deze manier te leven, lijkt het alternatief te simpel of te saai. Al willen we nog zo graag van de stress af en rust vinden. Of het is te eng (als het idee geloofd wordt dat wij persoonlijk verantwoordelijk zijn voor alle bewegingen van/ in het leven en die moeten controleren).

Laatst nog, vroeg iemand vrij snel in een gesprek: “Maar zo simpel kan het toch niet zijn?” In de korte stilte die volgde was alles eenvoudig, maar al snel kwam het verstand, het denken, de ‘kleine mind’ met een nieuw imaginair probleem op de proppen om te bekijken en te bespreken.

Logisch, want we zijn gewend te denken in complexiteit en dat is niet erg. Bovendien geeft ons ook wat te ‘doen’ 🙂 . Maar in dat korte moment van stilte lag, zoals in elk moment, de eindeloze mogelijkheid besloten om te realiseren dat het goed is. Dit. Helemaal compleet ook.

En het tweede bezwaar ‘het is saai’; hoe zit dat? Als ik die hoor vraag ik me nieuwsgierig af of je wel eens goed gekeken hebt. En met ‘goed’ bedoel ik met een open geest, niets wetend, niets benoemend of beoordelend. Alleen zien. Je zou ook kunnen zeggen: puur beleven. Ik geef je op een briefje, oh nee, in een blogje, dat saai wel het láátste label is wat leven past!

En eventuele angst? Die zit zonder uitzondering vastgekleefd aan het idee dat je een afgescheiden ‘ikje’ bent. Een poppetje in de wereld. Dit idee prikken we graag door, als je daar echt interesse in hebt.

Na het tackelen of doorzien van deze bezwaren blijft er één leven over. Dat wat jij al bent.

Dat ene leven, die pure energie, is een andere ervaring dan vier levens tegelijk leven. Niet beter, niet slechter, niet saaier. Wel simpeler, meer ‘natuurlijk’ en veel minder angstig.

Sydney Banks beschreef het als ‘what is‘: dat wat van zichzelf is en geen moeite kost. Met als tegenhanger ‘what isn’t‘: de verhalen, al die alternatieve levens waarin zoveel energie nodeloos weglekt.

Afbeelding van StartupStockPhotos via Pixabay

Share This