Spiritualiteit. Zullen we het daar eens over hebben? Het is namelijk een term waar veel misverstanden over bestaan. Omdat het uiteraard ook een concept is. Als woord. Waar iedereen zijn eigen beeld en betekenis bij verzint. Zijn eigen vorm. Een eigen mening of het een ‘goed’ concept is, of een belachelijk idee. Iets aantrekkelijks of iets afstotelijks. Iets onontbeerlijks of iets totaal overbodigs.

Elke VORM van spiritualiteit is dan ook verzonnen. Levenswijzen, paarse jurken, kristallen, Boeddhabeelden in de tuin, rituelen, wat dan ook. Alles ‘werkt’ en kan jou ‘helpen’ zolang je er heilig in gelooft. Je ziet je overtuigingen. Ze krijgen vorm. Maar dat is uiteindelijk niet de waarheid; hoe leuk je ook met die vormen kunt spelen (en houd daar vooral niet mee op, hoor). Spiritualiteit is van zichzelf vormloos. ‘Ik ben spiritueel’ is dan ook eigenlijk een contradictio in terminis. “Ik” is al een bedachte vorm. En dan heb ik het niet alleen over je lijf, maar ook over de persoonlijkheid die je denkt te zijn. Allemaal vorm.

Terwijl die spiritualiteit juist in het vormloze zit. En tegelijkertijd de essentie is in alle vormen! Maar niet méér of van een betere soort in een paarse jurk dan in een maatpak. Niet méér in een kristal dan in een Gucci handtas. Niet méér in een rituele Indianendans dan in een Weense wals. Dat hebben wij verzonnen. Vorm is vorm.

Share This