Soms is de mens wanhopig. Er is een ervaring in dit moment die heel zwaar valt. Of men heeft iets pijnlijks meegemaakt in het verleden waar nog vaak aan teruggedacht wordt. Of we voorspellen/voorzien een gebeurtenis in de toekomst die tegelijkertijd gevreesd wordt (vooruit stressen). En dan wordt er gezegd: “ik kan het niet aan”. Ook wel gecommuniceerd in de krakkemikkige half-Engelse vertaling: “dat kan ik niet handelen“.

Een interessante uitspraak, die nog meer wanhoop oplevert en zo een vicieuze cirkel in werking lijkt te zetten. Pijn, het idee dat het onverdraaglijk is (wat bijdraagt aan het verhaal dat we erover vertellen) en nog meer pijn. Misschien zoek je steun bij een medemens en dan word je bevestigd (“ja, het ís ook niet te doen!”) of met de beste bedoelingen gesust (“ach, het valt toch wel mee, lieverd”)

Persoonlijk zou ik een andere ‘route’ willen nemen als dat idee opkomt, namelijk: geloof er niets van. Niet als de zoveelste techniek of struisvogeltactiek, maar omdat je je realiseert dat het gewoon niet waar is wat je zegt. Kijk je even mee?

Als je de woorden “ik kan dit niet aan” kan denken of uitspreken, leef je nog. Ben je bij bewustzijn. Want als je iets daadwerkelijk niet aan zou kunnen, lichamelijk of geestelijk, dan schakelt het systeem zich vanzelf uit. Je raakt buiten bewustzijn of overlijdt.

Is het niet fenomenaal, de intelligentie van het systeem? En liefdevol?!

Je kunt alle ervaringen die er zijn aan. Want ze vinden al plaats en zijn al ’toegestaan’. En nee, deze realisatie is geen advies om ‘niets te doen’ als je geslagen wordt of zo. Er zit geen enkel advies in, alleen een kijkrichting. We willen ook het lijden niet bagatelliseren, want dat is wreed. Of een poging doen je pijn te verzachten, want we houden niet van doekjes voor het bloeden.

Het is wél een uitnodiging om te kijken of je verhaal (je gedachtespoor) wel klopt. Zodat de mogelijkheid om iets nieuws te zien zich openbaart. Midden in de pijn.

Afbeelding van John Hain via Pixabay

Share This