Toen ik drie was hield mijn moeders werk een Sinterklaasfeest. In een heel grote ruimte met cadeautjes voor de kinderen van de werknemers van het bedrijf.

Sinterklaas en zijn Pieten waren er natuurlijk ook bij, maar de Sint ‘klopte’ niet helemaal. Hij zag er gewoon niet al te best uit, zelfs ik als driejarige kon dat zien. Alsof de goedkope gehuurde tabberd niet al erg genoeg was, was zijn baard ook nog eens helemaal geel.

In de auto op de terugweg zei ik dan ook: “Sinterklaas zag er wel een beetje gek uit hè?” M’n ouders zagen de bui al hangen. Ze hadden gehoopt dat ik nog wel even zou geloven, maar nouja, dan moesten ze maar open kaart spelen.

Waarop ik vrolijk vervolgde “Zijn baard was vast nat geworden door de regen!” Poeh. Toch geen
lastig gesprek, verzuchtten mijn ouders. Ik had mooi zelf het waargenomen probleem opgelost met een mooi verhaaltje. Nadien ben ik geloof ik nog tot mijn 6e in Sinterklaas blijven geloven.

Jarenlang heb ik dit als een grappig voorbeeld gezien van de goedgelovigheid van kinderen. Je kan ze blijkbaar van alles laten geloven en dan houden ze dat geloof gewoon zelf in stand. Ik vond het hilarisch hoe ik mezelf met een beetje creativiteit een plausibel klinkende reden had bezorgd waardoor ik fijn verder kon genieten van de festiviteiten.

Inmiddels weet ik dat grote mensen net zo goedgelovig zijn – we vinden onze verzinsels alleen belangrijker dan die van kinderen. Ieder mens, hoe groot of hoe klein dan ook, heeft talent voor het zó verdraaien van de werkelijkheid dat het binnen een plaatje past dat we bedacht hebben.

Als we ergens zien dat ons verhaal niet klopt dan zijn we er als de kippen bij om het wél kloppend te maken en vrolijk op de oude voet verder te gaan. In plaats van het concept te doorzien (Sinterklaas bestaat niet) verzinnen we iets zodat het concept ‘Sinterklaas’ intact blijft.

Terwijl voor grote-mensen-concepten-waar-we-in-geloven als hypotheek of een baan hetzelfde principe aan het werk is als voor kinderconcepten als Sinterklaas. Net als Sinterklaas zijn ook onze grote mensen problemen nooit meer dan een verzinsel, een gedachtenspinsel, een concept waar we aan vasthouden. Best vermakelijk voor even, maar daarna mag je het loslaten en doorzien dat die baard inderdaad betekent dat je in een verzinsel gelooft. 😉

Share This