Nederland is een internationale ster op het gebied van watermanagement. Zelfs onze Koning heeft het gestudeerd. Nederlanders zwermen dan ook al decennialang, zo niet langer, de wereld over om hun kennis op dit gebied te delen met anderen. Gebaseerd op hoe wij de waterzaken zo goed geregeld hebben in ons landje dat voor de helft onder de zeespiegel ligt.

Wij weten hoe je met water werkt. Hoe je letterlijk het hoofd boven water houdt. We bouwen dijken en dammen en complete Deltawerken. We keren en kanaliseren alles precies zoals wij dat willen en bedacht hebben dat het moet. We hebben Waterschappen die de grondwaterstand naar believen manipuleren.

Laatst zag ik in een gesprek met een trainee een prachtige parallel met hoe we gewend zijn dat met ‘leven’ te doen, en alle bewegingen die daarin opkomen (het idee van ‘ik’ en allerlei ‘gevoelens’). Leven dat van zichzelf als water IS; vrij stromend, kabbelend, kolkend, golvend. We willen het managen en er hard aan werken.

Hoe symbolisch dat we al eeuwenlang proberen te beheersen wat in essentie onbeheersbaar is. Al is de illusie van maakbaarheid nog zo groot. We zijn bang om te verdrinken in water, dus vechten we ertegen in plaats van het zijn natuurlijke loop te laten en te kijken hoe we daar in harmonie mee kunnen leven. Op dezelfde manier zijn we bang om te verdrinken in emoties als we die op hun natuurlijke beloop zouden laten. We willen ook figuurlijk het hoofd (het verstand!) boven water houden.

En zoals we ons hebben gevestigd op plaatsen waar we eigenlijk van nature niet kunnen wonen (onder water) hebben we ons ook gevestigd in een manier van leven die ons van nature niet past. Hard ploeterend, moetend, beperkt, conceptueel, in de verdediging of de aanval, in de tijd, met dwingende regels en doelen. Alles in de hand houdend. Controlerend. We wonen waar we niet kunnen wonen: in ons hoofd.

In een onschuldige poging het onbeheersbare te beheersen werpen we dijken op tegen de ervaring van angst. We dammen onze vrolijkheid in en weigeren de sluizen open te zetten voor eventuele golven van verdriet. We trachten negativiteit te keren (om te denken). We kanaliseren onze woede zodat niemand er last van heeft. We verhogen of verlagen onze gevoeligheid met stimulerende middelen of remmers (bètablokkers!). We pogen onze ‘mindset’ en ‘moods’ te manipuleren als waren het grondwaterstanden.

Allemaal contraproductief want tegennatuurlijk.

Het water in de wereld beheersen houdt voortdurend managen en monitoren in. En uiteindelijk heeft het maar beperkt (en beperkend?) effect. Kijk maar naar smeltende ijskappen, tsunami’s, regenval en overstromingen. Daar moeten ‘we’ ook nog de strijd mee aanbinden, maar hoe?

Op dezelfde manier als we het water proberen te managen hebben we in de huidige Westerse psychologie, psychiatrie, ‘normale’ coaching en zelfs veel vormen van spiritualiteit het managen en monitoren en bestrijden van de menselijke ervaring tot doel verheven. En ja hoor, net als water zijn gevoelens en emoties tot op zekere hoogte wel beheersbaar en manipuleerbaar en plaatsbaar (met een goed verhaal), maar kijk eens hoe dat uitpakt! We raken steeds meer burned-out, worden star en staan stijf van de stress; we zijn angstig en paniekerig.

Wat doen we nu met de tsunami aan angst en ongelukkigheid, het steeds opnieuw overstromende verdriet en onze smeltende harten?

Het managen van en werken aan de menselijke ervaring is simpelweg niet de weg. Nooit. Want we missen iets fundamenteels.

Wat dan?

De realisatie dat we in essentie het water ZIJN. Als water zijn. Altijd al geweest. In alle vormen. Met alle bewegingen. Vrij stromend, kabbelend, kolkend, golvend en in de diepte; oneindig stil.

Image by Russ McElroy from Pixabay

Share This