In gesprek met een mooi medemens dat met teams in organisaties werkt, zag ik een vergelijking (die vast wel vaker is gemaakt), met het lichaam. Wat ik ‘mijn lijf’ noem, bestaat eigenlijk niet als statische materie, maar is ook een soort een samenwerkingsverband tussen triljarden cellen. In verschillende groepjes georganiseerd, bijvoorbeeld als organen.

Alle cellen werken samen en hebben, voor zover ik weet althans, geen ‘ego’. Oftewel; ze lijden waarschijnlijk niet onder de illusie dat ze een bestaan hebben los van elkaar of los van wat dan ook. Dat waanbeeld leeft alleen in de bovenkamer (de bestuurskamer ? 🙂 ).

Helemaal vanzelf, van binnenuit, met een intrinsieke motivatie zou je kunnen zeggen maar dan zonder menselijke taal, voeren de cellen een unieke functie uit. In communicatie met andere cellen. Het is een magisch, organisch gebeuren. Er wordt doorgegeven, uitgewisseld en ondersteund. Alles dient elkaar zou je kunnen zeggen, in een continue beweging. Prachtig georganiseerd door niemand.

De mens in een organisatie is in deze vergelijking als een cel in een lichaam. Oorspronkelijk met oneindige mogelijkheden (zoals een stamcel), maar binnen de organisatie functionerend in een specifieke rol (zoals een levercel). Meestal met het (toegevoegde en onzinnige) idee dat ‘ie losstaat van zijn of haar medemensen en het leven. En dán en daarmee wordt het lastig.

Want dat hardnekkige idee zorgt voor kinken in kabels. Voor bescherming van dat ‘ikje’, verdedigen en aanvallen, in plaats van moeiteloos bewegen, gewoon zoals het gaat, als onderdeel van het geheel. Dat idee leidt vaak tot eindeloze analyses van en praten over het functioneren in plaats van natuurlijk te acteren. Dat idee brengt (vruchteloze en energieverslindende) pogingen tot controle met zich mee, waar simpelweg actie ‘gevraagd’ wordt. Dat idee kan onhandige mechanismen zoals pleasen of juist druk opleggen in stand houden. Dat idee is vaak de start of het middelpunt van eindeloze stressvolle verhalen die niets en niemand dienen. Dat idee is weerstand.

Het is allemaal volkomen onschuldig, het is (ook) gewoon wat er gebeurt, het geeft niets, je doet niets fout én het kan en mag makkelijker. Welke taak je ook ‘hebt’ in een organisatie.

Het alternatief is absoluut niet ‘vechten tegen je ego’ (waarmee zou je dat in hemelsnaam moeten doen?) of persoonlijk proberen te veranderen of iets anders te DOEN of iets anders te WORDEN, maar simpelweg nieuwsgierigheid naar wat je in wezen, nu al, BENT en hoe je ervaringen tot stand komen. Open staan voor een ander uitgangspunt dan ‘ik en/in de organisatie’. De tijd nemen om te realiseren dat het in wezen onpersoonlijk is, wat zo persoonlijk voelt (de ervaring). Voel je je hiertoe aangetrokken? Weet je welkom!

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Share This