Na een regenachtige wandeling in de Korte Duinen keken Linda en ik naar Olly die behoorlijk vies was geworden. Hij is nogal laag-bij-de-gronds en zijn harige vachtje was van gemêleerd blond naar gevlekt donkerbruin gekleurd. Linda droogde hem een beetje af, wreef Olly een beetje warm en zei over de aangekoekte modder dat ze gemerkt had dat je daar het beste niets aan of mee kon doen. De ervaring had namelijk geleerd dat Olly een zelfreinigend vachtje had. De modder droogde op en viel dan op enig moment als zand van hem af. Ergens waar de stofzuiger het op een later moment wel zou vinden.
Dat vond ik een wonderbaarlijk idee. Zeker gezien Olly’s uiterlijk op dat moment. Maar het bleek echt zo te zijn. Zelfs toen zijn ruggetje zwart was van het steeds onder de camper doorlopen. Olly werd weer schoon zonder badderen of ander ingrijpen.
Later die week liep ik van Amersfoort Centraal naar Soest. Lekker door het bos. Onderweg brak een niet-door-de-buienradar-app-voorspelde hagelbui los. De koude korrels die op het bospad insloegen, zorgden voor opspattende modder. En zo arriveerde ik op kantoor met mijn zwarte broek en schoenen vol modderspetters, waarvan ik me afvroeg of hier hetzelfde mechanisme voor zou werken. Ik deed er niets aan of mee en inderdaad; na een paar uur kon ik het losse zand zó wegvegen, zonder dat het sporen achterliet.
Daar zag ik natuurlijk een metafoor in. Ook omdat we het materiaal waarmee de wereld van de vorm gecreëerd is wel eens gedachtezand noemen. Gedachtezand dat er op sommige momenten als een dikke laag modder uitziet of aanvoelt. Gedachtederrie. Getverderrie! En onze neiging is dan om die snel te gaan (weg)poetsen. Waardoor het vaak een nog grotere smeerboel wordt.
Terwijl we ons ook zouden kunnen realiseren dat onze geest zelfreinigend is zoals de vacht van Olly. Dat alle zorgen en andere zwaarmoedigheid eigenlijk vanzelf van je af vallen. Als je het even de tijd geeft en niet direct driftig gaat lopen schoonmaken. Fijn om te weten voor de volgende keer dat je je voelt zoals Olly op de foto eruit ziet (bah!).
(foto van Linda)
Mooi gezegd Astrid! X
Door dit blog moet ik denken aan wat Tjitske Jansen (dichter) ooit vertelde. Ze stuurde een manuscript aan haar uitgever en kreeg als antwoord: “Dit hangt als los zand aan elkaar”. Waarop ze terugschreef: “Wat is er mis met los zand?”.
Los zand valt inderdaad (heerlijk) gemakkelijk van je af. Maar wij zijn dol op verbanden, willen liefst alles aan elkaar plakken.
Als iets aan ons (of de hond) plakt dat ons niet bevalt willen we daar dan juist weer zo snel mogelijk vanaf.
Zie ook de parallel met pijn/lichamelijk ongemak. Daar kun je onmiddellijk iets voor (tegen) slikken of naar de huisarts rennen. Maar wat (even) aangekoekt lijkt verandert vaak vanzelf in los zand. 😉