“Waar komt dat gevoel dan vandaan?”, zei hij. En vervolgde: “Komt het door je vader? Of heb je iets verkeerds gegeten? Je was gisteravond geïrriteerd maar hebt het er niet uit gelaten; is dit dan het gevolg van onderdrukte emoties?”

Dit was zijn reactie nadat ik hem vertelde dat ik misselijk was met vrij veel hoofdpijn. Hij wilde graag de oorzaak weten van mijn ongemak, want dan konden we het oplossen of op zijn minst voorkomen dat het nogmaals zou gebeuren.

Ik realiseerde me dat hij de verkeerde afslag die ik had genomen, verder voor me aan het verkennen was. En hoe verder hij dat paadje opwandelde, hoe ongemakkelijker ik me erbij voelde omdat het niet klopte.

Want wat was er aan de hand? Ik was wakker geworden met maagpijn, misselijkheid en hoofdpijn. Wat een onaangenaam gevoel was wat me die dag niet goed uitkwam (weerstandje 1). We zouden immers naar de sauna gaan én ik wilde de dag erna naar mijn moeder. Wat allemaal vrij lastig zou worden met deze fysieke verschijnselen (weerstandje 2) en ik wilde, na weken aanpassing (weerstandje 3) aan het ziekbed van mijn vader, wel weer eens mijn eigen ding doen (weerstandje 4).

Hier had geconstateerd kunnen worden: “Ik voel me ziek en er zijn ideeën over hoe het anders zou moeten zijn”. Punt. 

Maar… Er kwam geen punt. Er kwamen gedachten over de oorzaak van deze misselijkheid en die gedachtenafslag sprak ik uit. En hij, behulpzaam als hij is, wilde me graag helpen deze puzzel op te lossen. Niet wetende dat het daar alleen maar ingewikkelder van zou worden. Met elke vraag die hij stelde kwam ik met meer verhalen over diëten en vroeger en gevoelens van gister. Ook hij had hij zijn eigen theorieën over oorzaak en gevolg.

Ongemerkt begaven we ons in oud-paradigma denken. Het type denken dat er vanuit gaat dat er controle is én oorzaak en gevolg. Als je dat (tijdelijk) gelooft dan moet je hard aan de slag. Vanuit oud-paradigma denken ziet de wereld eruit alsof IK iets heb gedaan waardoor IK me nu misselijk voel, wat IK moet oplossen of waar IK mee moet dealen.

De 3 principes verwijzen naar een waarheid die je een ‘nieuw paradigma’ zou kunnen noemen: vanuit een vormloze essentie ontstaat, door de werking van de 3 principes, vorm. Vorm die eruit kan zien als een Linda die misselijk is. Of een Linda die wel of niet naar de sauna gaat. De oorzaak van de misselijkheid ligt dan niet bij Linda of haar gedrag, maar bij de werking van de 3 principes. Die deden hun ding en hoppa: er is de ervaring van Linda & haar misselijkheid. Waarbij (misschien ten overvloede gezegd) het hele idee van een Linda (of een IK) óók onderdeel is van de vorm die door de 3 principes gecreëerd wordt.

Herinneren hoe het werkt, maakt het antwoord op de vraag: “Waarom ben ik misselijk?” ineens heel eenvoudig en eenduidig. “Omdat de 3 principes die ervaring creëren”. Ook de vervolgvraag “Maar hoe kom ik er dan vanaf?” heeft dan plotseling een eenvoudig antwoord. Namelijk: “Dat gaat vanzelf” – want de 3 principes zijn een metafoor voor een altijd stromende energie waardoor niks hetzelfde blijft en alles in elk moment weer nét (of heel erg) anders zal zijn.

Share This