Ze hebben al een tijdje een relatie. In het begin was het helemaal leuk en gezellig; ze waren dol op elkaar. Hij deed iets wat zij niet leuk vond. Het was niet wat zij verwachtte van haar geliefde. Ze voelde pijn. Er was een wond ontstaan. Ze hebben erover gepraat, hij heeft zijn spijt betuigd en ze besloten samen verder te gaan.

Een hele tijd later spreek ik hem. De relatie is nu minder leuk en gezellig. Zij vertrouwt hem niet langer en brengt het voorval keer op keer ter sprake of verwijst er naar, al dan niet subtiel. Hij weet niet hoe hij het goed kan maken. De klok kan hij immers niet terugzetten. “Is het nog wel eens zo leuk en gezellig als in het begin?” informeer ik. Hij knikt. “Wanneer?” wil ik weten. “Als we dáár niet aan denken,” antwoordt hij, en daar hebben we de clou te pakken.

Wonden, ook geestelijke, genezen als we ze goed verzorgen en verder met rust laten zodat de natuur haar werk kan doen. Peuteren we echter keer op keer het korstje eraf, dan kan er geen heling plaatsvinden. De wond in dit verhaal kreeg verzorging in de vorm van een ontsmettende ‘sorry’ en een pleister in de vorm van een gesprek. Rust werd de wond echter niet gegund. De steeds terugkerende gedachten krabden de korst voortdurend open. Hij werd dieper en dieper en ging ontsteken; ze keken naar elkaar door een waas van zelf opgeroepen, oude pijn.

Dat kan en mag anders. Laten we onze relaties fris houden.

Share This