Van het weekend viel me opnieuw op hoeveel en hoe vaak we waarschuwingen om onze oren geslingerd krijgen.

Er verliet iemand een restaurant via het autovrije voorterrein. Met een loslopende net-uit-het-nest-pup die haar op de voet volgde. Voor mij zag het er uit alsof hij zijn nieuwe baasje geen moment uit het oog durfde te verliezen.  Op dat moment kwamen er mensen van het terras af, die eerst “oh!” en “ah!” riepen vanwege het hoge schattigheidsgehalte van de mini Duitse herder. Om vervolgens tegen de vrouw en daarna tegen elkaar hun zorgen uit te spreken over dat los laten lopen.

De vrouw kreeg allerlei, ongetwijfeld goedbedoelde, waarschuwingen over de grote gevaren die de pup liep en over hoe het zou voelen als hem iets zou overkomen. Mij verbaasde de volhardendheid van de waarschuwingen. De reactie van het baasje (“ik doe dit bewust en hij gaat nergens heen”) leek niet gehoord te worden.

Het deed me denken aan wat we ook vaak richting onze kinderen doen. Zeker als ze volwassen worden of zijn, kun je als ouders zomaar doorgaan met het uiten van, ongetwijfeld goedbedoelde, waarschuwingen (die we dan ‘advies’ noemen). Bijvoorbeeld: “De huizenmarkt stijgt, je kunt nu beter een tijdje huren tot de markt weer daalt”. Of “Begin niet te vroeg aan kinderen, geniet eerst samen want dat kan straks niet meer”. Vaak tot irritatie van hun kinderen die weten dat ze zelf volwassen zijn.

Het deed me denken aan wat de overheid doet. “Geef geen handen!”, “Rij mono!”, “Denk aan het klimaat!”, “Pas op voor criminaliteit in je onderneming!”.
Aan wat het KNMI doet. “Code Oranje!”, “Code geel!”, “Code Rood!”.
Aan wat we op de verpakkingen van voedsel lezen. “Bevat melk!”, “Bevat gluten!” of sinds kort “Categorie 3!”.

Ze lijken overal te zijn, die waarschuwingen. En ze lijken nuttig om je te beschermen. Zoals we ook een intern waarschuwingssysteem hebben dat ons lijkt te beschermen. “Wees lief zodat je niet afgewezen wordt!”, “Laat je niet kennen want dan vinden ze je een watje!”, “Wees zelfstandig dan ben je van niemand afhankelijk!”, “Pas op voor het verliezen van je baan want zonder aanzien ben je niets!”, “Eet gezond want anders krijg je enge ziektes!”, “Zorg dat je er verzorgd uitziet anders wijzen mensen je af!”

Ik vraag me af wat het met een mens doet om zó vaak en met zoveel overtuigingskracht gewaarschuwd te worden voor de vele gevaren die ons lijken te belagen. Zou je meer focus krijgen op alles wat er mis kan gaan? Of blijft het mogelijk om te zien wat er allemaal geheel vanzelf goed gaat? Zou het een slapende angst aanwakkeren of juist niet? Wordt de wereld er misschien, waarschuwing voor waarschuwing, steeds een beetje bedreigender door? Of kun je blijven herkennen dat die buitenwereld altijd en alleen maar een afspiegeling is van de binnenwereld?

Kun je ergens, al is het maar slechts af te toe, herkennen dat de 3 principes wijzen naar het feit dat alles (ALLES!) een denkcreatie is waar je niet bang voor hoeft te zijn? Dat er de mogelijkheid is om te zien dat je altijd tegen denken aankijkt en er nooit werkelijk gevaar is?

De 3 principes wijzen ons precies de andere kant op dan de waarschuwingen doen. Niet naar de wereld van de vorm – die vorm die er zo écht uitziet – waar alle gevaren zich lijken te bevinden. Maar naar dat wat zich vóór die vorm bevindt. De stilte, eenheid of het goddelijke (of elke andere naam die je er aan wilt geven als deze je niet bevallen) van waaruit alles ontstaat. Dát zien, herkennen of voelen/ervaren maakt waarschuwingen overbodig en het leven een stuk makkelijker en minder angstig.

PS: Als je lid bent van onze online community, de Makkelijk Leven KoffieCorner, dan mijmeren we graag met je door over dit onderwerp tijdens één van de Open Toonbanksessies. Geen lid? Dan ben je altijd welkom om lid te worden of je mijmeringen in te sturen als vraag voor onze podcast.

Share This