Ik hoorde van een jongeman die naar een psycholoog ging vanwege een vermoeden van ADHD of een vorm van autisme. De psycholoog meldde dat diagnosticeren eigenlijk een beetje passé was en informeerde simpelweg wat er aan de hand leek te zijn in het leven en wat er nodig was.

Ik hoorde van een vrouw die over de kop was geslagen en bij een fysiotherapeut terecht kwam die vertelde dat ‘whiplash niet meer bestond binnen dit vak’ en dus de diagnose niet kon zijn. Vervolgens werd gekeken wat nodig was.

Ik hoorde van een arts dat ‘vastgesteld’ was dat het placebo-effect van psychofarmaca inmiddels zó groot is, dat bij de werking en/of effectiviteit hiervan nu op zijn minst grote vraagtekens gezet kunnen worden.

Ik hoorde van een man met een niet-westerse achtergrond dat het fenomeen ‘burn-out’ in zijn beleving pas begon te bestaan toen hij onze landsgrenzen was gepasseerd en de taal had geleerd.

Intrigerend.

Ik ben zó benieuwd hoe we over tien, twintig jaar terugkijken op deze tijd als het gaat om wat we ‘psychologie’ en ‘medische wetenschap’ noemen en ook naar sommige vormen van ‘spiritualiteit’. Hoe we dan kijken naar alle diagnoses, naar hoe we gevoelens en ervaringen benoemen in deze jaren ’20 en hoe we dan kijken naar alle officiële (evidence based) behandelmethoden, pillen en alternatieve ’tips’ die we daarvoor bedacht hebben (je moet gewoon gaan wandelen, koudwaterzwemmen, mediteren, journallen, yonistomen, hardlopen, vasten, detoxen, joh!).

Ik ben zó benieuwd of we over twintig jaar hier net zo om kunnen lachen (en ook van huiveren!) als we nu doen om het meenemen van twintig ankers omdat je bang bent aan de rand van de wereld te komen met je schip. Om het heksenwegen en -verbranden. Om het regendansjes doen. Om het toeschrijven van de donder en bliksem aan een weergod of kraamvrouwenkoorts aan ‘vieze lucht’.

Want we DENKEN nu misschien al veel te weten en nóg slimmer te worden door steeds meer te onderzoeken, steeds meer te meten en vast te leggen, steeds meer te benoemen, steeds meer te ‘verdingelijken’ en steeds meer uit te proberen, maar IS dat ook zo? Of zien we iets fundamenteels over het hoofd?

Misschien missen we het feit (het ENE, EENvoudige FEIT) dat het onderzoeken, het benoemen, het meten, het vastleggen, het verdingelijken en het uitproberen acties van creatie en perceptie zijn? Zoals David Bohm al zei (we herhalen ‘m nog maar een keer); Thought creates a world and then says ‘I didn’t do it’. Of, om bij Sydney Banks te blijven: ‘Thought is not reality; yet it is through Thought that our realities are created.’

En als dat feit (h)erkend wordt, zou het dan niet gewoon KLAAR zijn? Niet met de menselijke ervaringen uiteraard, maar met de neiging en behoefte om die ervaringen continu te benoemen, te onderzoeken, te meten, vast te leggen, te verdingelijken en te behandelen?

Afbeelding van Darko Stojanovic via Pixabay

Share This