Terwijl we als mens uitsluitend en alleen dit moment (nu!) kunnen beleven, zijn we er heel goed in om van alles een reis, een proces of een traject te maken. In de tijd te zetten dus. Zo zeggen we bijvoorbeeld dat elke reis begint met een eerste stap. Maar die reis bestaat eigenlijk uitsluitend en alleen als idee. Kijk je even met me mee?
-Vooraf bestaat de reis uitsluitend als projectie in de toekomst (ik ga een hele reis maken!).
-Tijdens het doen van een stap bestaat de reis slechts als idee (deze stap is onderdeel van een hele reis!).
-Achteraf, terugkijkend, als het stappen is gestopt, bestaat de reis puur uit herinneringen (het was een hele reis!).
In de realiteit was er in elk nieuw moment een stap. Of stilstaan. En maakt het conceptuele brein er een reis, een proces of een traject van. Compleet met daaraan toegekende betekenis en kwalificaties. Zo worden simpele stappen in het nu gecombineerd tot ‘een levensveranderende en prachtige reis’, ‘een noodzakelijk maar moeizaam proces’ of een lastig dan wel ‘inspirerend traject’.
Op zichzelf niet erg, maar als het gaat wringen en schuren kan het handig zijn om hier helderheid in te krijgen. Want zodra we dingen in de tijd gaan zetten (en nogmaals; dat kan uitsluitend in ons hoofd, niet in de realiteit!) wordt het vaak ingewikkeld. Neem bijvoorbeeld het verliezen van gewicht. Stel dat je dat wilt en denkt dat het moet. Dan kies je waar je in gelooft of wat je logisch lijkt, qua acties. Een dieet, een beweegschema, of heel hip een ‘lifestyle’ (wat dat dan ook mag inhouden). Daar zijn vast schema’s en lijstjes voor die je kunt lezen en waar je je aan kunt vasthouden. Dat is het probleem niet. Het probleem ontstaat wanneer we het in de tijd gaan zetten. In plaats van simpelweg op het schema of de lijst te kijken wat je in dit moment moet doen en/of laten, gaat je hoofd er een traject van maken. Met een beginpunt en een einddoel. Met meten en (in dit geval letterlijk) wegen. Met terug- en vooruitkijken. Met steeds checken en monitoren waar je bent, hoe lang je dit al doet en hoe lang het nog ‘moet’. En als het in enig moment ‘fout’ gaat, als er af wordt geweken van het schema of de lijst, zetten we dat ook in de tijd (het lukt NOOIT, dit is DE ZOVEELSTE KEER, het duurt TE LANG voordat ik mijn streefgewicht haal, nu moet ik MORGEN meer sporten, waarom heb ik GISTEREN niet beter mijn best gedaan enzovoorts). Misschien halen we er zelfs interne straffen en scheldwoorden bij (je bent een loser). Terwijl er in werkelijkheid alleen dit moment met deze actie (of het gebrek daaraan) is.
Ook gevoelens zijn we geneigd in de tijd te zetten en zo in (illusoire) processen te gieten. Denk maar eens aan rouw. Verdriet waar we verlies als reden voor geven. Stel dat een geliefde of iets of iemand anders uit je leven verdwijnt en jij ervaart verdriet en pijn, dan is dat op zich geen probleem. Gevoelens zijn er om gevoeld te worden als onderdeel van de rijke schakering aan menselijke ervaringen. Maar ga die in de tijd zetten, geef ze labels met betekenis, noem het een rouwproces en het wordt een heel ‘ding’. Met een begin en een eind. Met monitoren hoe lang het al duurt en afmeten aan de daarvoor bestaande normen (zijn die er? vast wel). Met vooruitkijken en bijbehorende vrees dat het nooit over zal gaan. Met schrik of schuld als het ‘proces’ door jou anders wordt beleefd dan we denken dat normaal is. Zet een gevoel van rouw in de tijd en je zit ‘in een rouwproces’ in plaats van dat er simpelweg, in dit moment, de aan- of afwezigheid van rouwgevoelens is. Want reken maar dat je je rouw ook wel eens vergeet! Misschien geef je jezelf zelfs op je kop als dat gebeurt.
Zelfs een begrip als ‘verlichting’ wordt op deze manier in de tijd gezet. En dan lijkt er ineens een pad naartoe of vandaan te zijn. Terwijl je ware (verlichte!) natuur simpelweg de achtergrond vormt van alle bewegingen die het menselijk bestaan lijken in te houden, en dus dichterbij is dan de volgende gedachte of ademhaling, plaatst het conceptuele brein verlichting ergens aan het einde van de regenboog. Het kijkt steeds terug op een tijd waarin het zwaar in plaats van licht was en meent dat elke irritatie, verwarring, depressief gevoel of angst een obstakel of vertraging op de tijdlijn is. Terwijl er simpelweg verlichting is en in dit moment de aan- of afwezigheid van de realisatie daarvan.
Zullen we de tijd weer gaan gebruiken waar ‘ie voor bedoeld is? Als praktische afspraak die het ons makkelijk maakt om op hetzelfde moment ergens te komen opdagen?