Enkele weken geleden, tijdens een fijne wandeling in het bos, rook ik ineens een zoete geur. Ik keek wat om me heen en tuurde het bos in of ik misschien een herfstbloem zag die daarvan de verspreider was, maar zag niets. Ook goed. Ik snoof de lucht wat extra diep op en genoot.

Toen herinnerde ik me dat het bronsttijd was voor de edelherten. En ontstond er spontaan een theorietje in mijn hoofd. Geen idee waar die vandaan kwam, maar de gedachte luidde: wat nu als die geur gewoon hertenpies was? En nu dit gedacht of bedacht was, vond ik ineens ook dat er wel een klein ‘zuurtje’ in die zoete lucht zat. Een scherp randje. En hoe meer ik rook, hoe duidelijke dat aspect van de geur naar voren kwam. Geinig, zeg.

Al mijmerend bedacht ik vervolgens een alternatieve realiteit, waarin die hertenpiesgedachte niet opgekomen was. Ik vroeg mij af of ik in dat geval alleen zoete lucht had geroken. Misschien wel, maar dat kunnen we niet met zekerheid zeggen, want dat was nu eenmaal niet gebeurd.

Nu gaat het mij dus niet om de vraag of de hertenpies of de herfstbloem gedachte ‘waar’ zou zijn. Of dat de geur van iets anders kwam. Dat is niet relevant, wat mij betreft. Ik heb geen enkele behoefte aan die kennis. Waar voor mij een inzicht in zit, is het gegeven dat je van moment tot moment in een realiteit leeft die gecreëerd wordt door gedachten. De ‘volgorde’ van denken en waarnemen/ervaren is daarbij niet relevant, simpelweg omdat we er niets mee hoeven te doen. Ook geen theorie van maken.

Je denkt.

‘Je wordt gedacht’ is misschien beter gezegd.

Dat is jouw tijdelijke realiteit.

That’s all, folks.

Share This