Ze heeft het gevoel dat haar leven in duigen valt. Na de scheiding van haar man, twee jaar geleden, ging het nog wel. Ze verhuisde terug naar het haar bekende deel van ons land, vond een woning waar een baan(tje) aan vast zat en maakte nieuwe vrienden.

Net na de verhuizing voelde ze zich dapper en sterk. Ja, het was moeilijk. Ja, het was ook zwaar om zoveel klaar te staan voor haar dochter en kleindochter. Maar ze deed het toch maar mooi.

Ook toen er onenigheid ontstond rondom haar werk en ze niet meer in haar huis wilde blijven, bleef ze “vechten”, zoals ze het zelf noemde en vond alternatieve woonruimte. Dat was behelpen want anti-kraak, maar ook daar kon ze de positieve kanten wel van zien.

Tot ze twee maanden later te horen kreeg dat ze er een maand later al weer uit moest zijn.

Toen begonnen de huilbuien die op de meest vervelende momenten opkwamen. Gelukkig werd ze getroost door haar nieuwe vrienden, die allemaal heel goed begrepen dat het zwaar voor haar was. En “moeilijk”. En dat ze “slachtoffer was van omstandigheden waar ze zelf geen invloed op had”. En “dat je als mens maar zoveel kan hebben voor het teveel wordt”.

Het lijkt logisch, deze manier van kijken en de situatie beoordelen. En op een bepaalde manier is het dat ook. De vrouw in dit verhaal maakt dingen mee in haar leven en ziet die door haar eigen belevingsbril. Ze kan immers, net als jij en ik, alleen ervaren via het denken en het bewustzijn en dat geeft voor ieder van ons een unieke menselijke ervaring.

Eigenlijk is het een eenvoudige optelsom, die menselijke ervaring:

Denken + Bewustzijn = Ervaring in het moment

In het ‘oude’ paradigma van waaruit we gewend zijn te kijken, gaan we er echter meestal vanuit dat onze omstandigheden iets te maken hebben met die opstelsom. In dit ‘nieuwe’ paradigma waar de 3 principes over gaan, doen omstandigheden er echter niet toe. Is het nooit de situatie die een ervaring creëert. Huil je nimmer om je verloren huis of je scheiding maar komen de tranen door Denken in Bewustzijn.

En hoe onpraktisch het ook lijkt (want “hey, er moet wel een nieuwe huis gezocht worden!”) in de dagelijkse praktijk blijkt het heel behulpzaam te zijn om te weten dat je nooit, nooit, nooit verdrietig bent om je situatie maar altijd alleen het denken voelt.

Zodra je herkent dat je verdriet ontstaat door die optelsom, ontstaat de mogelijkheid om te zien dat de uitkomst van dat sommetje heel vloeibaar is omdat hij verandert met elke nieuwe gedachte. Dan wordt het een optie om te twijfelen aan wat je waarneemt en te herkennen dat je ware natuur achter (of voor of onder) de huidige ervaring los staat van de uitkomst van de optelsom. Je ware natuur is en blijft ongeschonden, welke menselijke ervaring er in enig moment ook is.

En dát ‘weten’ – dat in onze ogen geen analytisch weten is maar meer een soort weten met een grote W dat ons intellect passeert – maakt alle verschil. Want dan ben je geen slachtoffer meer van omstandigheden, dan heb je het niet langer moeilijk en is er geen limiet aan wat je aankan. Dan heb je een menselijke ervaring waarin soms gehuild wordt en soms niet.

Share This