Tijdens een wandeling rond de Reeuwijkse plassen passeerde ik een houten schot op een steiger. Er waren verschillende kijkgaten in gemaakt. Van een afstandje was er door al die gaten iets anders te zien. Het ene gat liet alleen blauwe lucht zien. In een ander gat was er uitsluitend water. Er was een gat met het beeld van ganzen in dat water. Bovenin zat een gat waar een wolk in verscheen. Ook was er een gat dat de overkant van de plas toonde, waar een bedrijfsgebouw stond.

Als de gaten met elkaar konden communiceren, zouden ze zomaar ruzie kunnen krijgen. “Wat een prachtig blauwe lucht!” zou die ene kunnen zeggen, terwijl het gat daarnaast antwoordde: “Nee joh, het is hartstikke bewolkt, dat zie je toch.” En waar het gat met ganzen melding zou kunnen maken van de aanwezigheid van heel veel vogels, zou het gat links daarvan kunnen pareren met de opmerking dat er geen enkel beest te zien was. De meeste gaten zouden beweren dat er zich veel natuur in hun blikveld bevond, maar tegengesproken worden door het ene gat met de blik op het gebouw.

Zo doen wij dat als mensen ook, als we ons niet realiseren dat we allemaal in een persoonlijke realiteit leven. We bestrijden de visie van de ander. Overtuigd van ons eigen gelijk. “Ik zie het toch?” “Het is gewoon overduidelijk dat…” “Jij hebt een vertekend beeld van de werkelijkheid.”

De gaten in het schot hebben niet het besef dat zij simpelweg invalshoeken van dezelfde schutting zijn. Ze zijn letterlijk uit hetzelfde hout gesneden! En zo vergeten wij vaak dat ieder mens ook in essentie dezelfde is. Dat elk schijnbaar individu, met zijn complete ervaring en realiteit, een unieke invalshoek is van één groot geheel, dat zich op wonderbaarlijke wijze uitdrukt in de vorm.

Wij beschrijven die wonderbaarlijke wijze graag met behulp van de metafoor van de 3 principes. Wie daar meer over wil weten kan ons e-book downloaden.

Share This