Als je in een lage gemoedstoestand bent, is het makkelijk om weg te zakken in je gedachten. Hoe meer je nadenkt over hoe groot het probleem is dat je hebt of hoe naar de situatie is waar je je in bevindt, hoe dieper je in de ellende verdwijnt.
Al snel gaan we dan ook erg dramatische dingen denken, als “Kan ik me er niet beter bij neerleggen dat ik me voor altijd zo ellendig zal blijven voelen?” “Misschien ben ik wel gewoon niet gemaakt om gelukkig te zijn”. Of iets extremer: “Zou het niet makkelijker zijn als ik er gewoon niet was?”
Het is net drijfzand – je kan er steeds verder in verdwijnen, tot het verstikkend wordt.
Als je je in een gebied van gedachten-drijfzand bevindt, kan het lijken alsof er geen uitweg is. Dus ga je maar door met jezelf verder in een negatieve spiraal denken. Van erger tot ergst, tot je lekker wanhopig bent.
Echter is er hiervoor gewoon een oplossing, een manier om eruit los te komen. Zonder kleerscheuren en zonder ook maar een greintje pijn of moeite.
De truc? Net als met echt drijfzand, moet je als je in aanraking komt met gedachten-drijfzand ook vooral… helemaal niks doen. Echt, vooral niet gaan tegenstribbelen en proberen een uitweg te zoeken. Sterker nog, het advies bij drijfzand is om op je rug te gaan liggen zodat er minder druk op je borstkas ontstaat. Vrij vertaald naar gedachten-drijfzand betekent dit dat je maar beter iets kunt gaan doen dat je ontspant als je dreigt verzwolgen te worden door je eigen negatieve denken.
Het is niet nodig om je te verzetten of om anderszins in beweging te komen, want gedachten gaan altijd weer voorbij. Het is makkelijker om je tijd in het drijfzand uit te zitten. Want we doen gekke dingen als we nare gedachten geloven. Zonde. Het kan (en mag!) ook makkelijk. 😉