Vanuit verschillende hoeken bereikte mij een YouTube filmpje waarin een prachtige vrouw spreekt over hoe zij, met een zogenaamd on-Hollands uiterlijk, in Nederland wordt benaderd. Niet als ‘één van ons’ wordt gezien. In een (allochtonen)hokje wordt gestopt waar zij niet in wil en ook niet in hoort. Ze vertelt hoe zo’n conversatie dan gaat. En één van de zinnen waarmee zij die omschreef, sprong er voor mij direct uit:

‘Het spel dat we spelen dient om aan te tonen dat ik anders ben dan jij.’

Wat bij mij opkwam was het volgende (zonder iets af te willen doen aan het verhaal van de vrouw in het filmpje): De complete wereld van de vorm werkt op die manier. Het is een spel waarin continu en automatisch, via het Denken, onderscheid wordt gecreëerd tussen donker en licht, hoog en laag, boom en gras, flat en schuur, warm en koud, hier en daar, mooi en lelijk, fiets en auto, gepast en ongepast, jij en ik. Een spel van afgescheidenheid waarbij het Al (of een Universele Energie) in al die miljarden, tijdelijke vormen verschijnt en daardoor ervaart. Een waanzinnig ingenieus spel waarin elke vorm uniek en anders is, als de facetten van een diamant, maar uiteindelijk altijd even illusoir als de afgescheidenheid zelf. Een spel waarin die vormen stuk voor stuk volledig vergeten dat zij in essentie één en heel zijn. En in die vergetelheid is er vaak het gevoel van gemis. Het idee dat er iets niet klopt. Onzekerheid.

Dus zoeken we een oplossing. Vaak in verbinding met andere vormen. In alle onschuld denken we het gevoel van gemis en onzekerheid te kunnen opvullen door verbinding te zoeken in groepen en (sub)culturen van mensen die iets gemeen met ons hebben. Een huidskleur, een mening, een visie, een ‘afwijking’, een taal, een nationaliteit. Waarbij we ‘anderen’ afwijzen en uitsluiten. Of we proberen juist krampachtig dan wel liefdevol een handreiking te doen naar die andersgezinde, anders geaarde, andersgekleurde, elders gewortelde medemens. In een poging diversiteit die in essentie niet bestaat te omarmen. En zo missen we het punt.

Uiteindelijk worden velen moe van dit spel van afgescheidenheid en gaan we op zoek naar ‘onsZelf’ of ‘heelheid’. In eerste instantie vaak in diezelfde wereld van de vorm. Om uiteindelijk het spel te doorzien in een flits (een zucht?) van verlichting. En dan is er de mogelijkheid om voluit en in alle vrijheid (samen!) verder te spelen. Met de realisatie van de achterliggende eenheid. Elkaar daaraan herinnerend, wellicht. Want het is zo makkelijk om te vergeten wat we weten van die Eenheid. Aantrekkelijk of afschuwelijk echt als die vormen lijken.

Share This