Wat een lieve uitdrukking is ‘vergissen is menselijk’ eigenlijk. Verzachtend. Heel fijn. Het haalt jouzelf of een medemens off the hook. En dat is heel makkelijk gedaan en zelfs vanzelfsprekend met de realisatie dat gedrag, ook ‘onhandig’ gedrag, voorkomt uit het onschuldig geloven van een gedachte. Doen we allemaal, de hele tijd, gebeurt gewoon. Geeft niks.

Laatst kwam het zomaar in me op om deze zin om te draaien. Menselijk is vergissen. Ha, wat leuk! Zo gezien ben je ineens niet een mens dat zich (wel eens) vergist, maar is de aanname dat je (alleen maar) menselijk bent eigenlijk een vergissing. Omdat er iets wezenlijks aan jou is dat vóór het idee van mens-zijn ‘huist’.

De ‘echte’ of ‘diepere’ of ‘eerste’ of ‘enige’ vergissing wordt dus al eerder gemaakt: het is de vergissing dat we slechts een (klein, beperkt, afgescheiden) mens zijn. En het is een vergissing omdat we in wezen ‘goddelijk’ zijn. En als je dat een raar woord vindt, of denkt dat ik iets religieus bedoel (nee); gebruik gewoon iets anders. Niets, of Alles, of pure energie, of Universal Mind of ruimte of Eenheid.

En daarmee ontkennen we het mens-zijn niet, welnee, juist niet, we erkennen dat elke ERVARING 100 % menselijk is. Het diepere besef van/ gevoel voor je ‘goddelijkheid’ legt echter de mogelijkheid bloot om alles wat dat menselijke behelst en hoe het beweegt niet meer zo bloedserieus te nemen.

Afbeelding van James via Pixabay

Share This