Ooit, voordat ik in een stewardessepakje de wereld rondvloog, werd ik, in datzelfde stewardessenpakje, een maand of twee getraind. Bij de KLM kwam dat erop neer dat je een beetje leerde over service aan boord en heel veel onderricht kreeg in calamiteiten. Terroristische aanslagen (ik weet sindsdien dat baby-buggies zomaar gevuld zouden kunnen zijn met baby + bom), noodlandingen op water & op land (eerst je schoenen uit!), brand in het vliegtuig (die dekentjes blijken prima blusmateriaal), passagiers die ter plekke gevaarlijk gek worden (vandaar de handboeien aan boord), doorstarten, buiklandingen, bevallingen tijdens de vlucht en hartinfarcten in de lucht…

Noem een horrorscenario waar jouw vliegangst zich op lijkt te baseren en ik weet hoe je daar praktisch mee moet omgaan. Én ik kan je vertellen dat de kans dat je het horrorscenario meemaakt, kleiner is dan op het zebrapad van je sokken gereden worden.

Maar dat heeft totaal geen zin als je vliegangst ervaart. Daar helpen praktische adviezen niet. Zoals praktische adviezen ook niet helpen voor mensen die bang zijn voor spinnen (“Echt, hij kan je niks doen!”) of liften (“zolang je niet als schoonmaker in zo’n liftschacht werkt, loop je eigenlijk geen gevaar”).

Bij angst – welke angst dan ook – blijkt het veel handiger om te kijken waar die angst uit bestaat. En dan bedoel ik niet de inhoud van de gedachten, maar echt waar angst van gemaakt is. Dan kun je in onze Slagersdochtersogen niet anders concluderen dan: angst is gemaakt van hetzelfde ‘spul’ waar elke ervaring door ontstaat: het samenspel van gedachten + de special effects die bewustzijn erbij creëert.

Die special effects zorgen ervoor dat denken ook gevoeld kan worden. Zoals een film écht eng wordt door opzwepende muziek en spannende lichteffecten, wordt een gedachte écht eng door het opzwepende trillen en het spannende zweten, de samengetrokken maagspier en/of de versnelde ademhaling.

Zodra het denken in het lijf gevoeld wordt, ziet het er onontkoombaar écht en ernstig,. Maar het zijn special effects. Zoals Jaws er ook onwijs eng uitziet op het filmdoek, maar in werkelijkheid een stuk boardkarton is op een motorisch beweegbare arm.


En als je dat weet, dan kun je nog steeds bang zijn als je Jaws ziet bewegen. Maar je weet ook dat hij je niet werkelijk kapot kan maken én je zou kunnen herkennen dat het geen zin heeft om de inhoud van je angst voor Jaws, te analyseren.

Met vliegen zou het ook zo kunnen zijn. Als dat denken en die special effects er zijn (en of ze er zijn, daar heb jij geen invloed op) dan voel je je k*t. Of bang. Of *&%$#.

Maar dat gevoel maakt je niet stuk. En je weet zeker dat die nare sensaties op enig moment ook weer stoppen. Want waar je tegenaan kijkt, is van zichzelf niks anders dan tijdelijke special effects. 

Of een andere insteek: Een beetje zoals wanneer het keihard regent en je staat in je zomerjurkje onder een luifel. Maar je wilt naar huis. Dan weet je dat je door die harde regent moet en nat wordt; en dat dat een tijdelijke nare sensatie is. Maar je weet ook dat als je thuis bent, je lekker onder een warme douche kunt en droge kleren aan kunt trekken. Zo zou vliegen er ook uit kunnen gaan zien. Je moet ff door de keiharde, koude regen in de vorm van trillen in een vliegtuig en dan ben je op je vakantieplek waar ze fijne warme handdoeken hebben. Je gaat niet stuk van de regen, je wordt niet ziek van de kou dus eigenlijk is er niks aan de hand. 

Ben benieuwd of je hier iets aan hebt ;—) 

Share This