Geef de mens de kans, en hij maakt van iets wat heel natuurlijk is en volkomen vanzelf gaat een DING. Om te DOEN. Van leven in het algemeen (je doet/ BENT ’t al hè?) tot alle bewegingen daarbinnen. Neem bijvoorbeeld ademhalen. Je kunt op je ademhaling focussen, leren buikademhalen of bijzondere staten van zijn bereiken met bijvoorbeeld holotropisch ademen.

Persoonlijk vind ik het prachtig om te merken hoe het ademhalen zich regelt. Loop je hard, dan ga je hijgen. Ben je in slaap, dan vertraagt je ademhaling. Toen ik op grote hoogte door het Himalaya gebied liep, waar zo weinig zuurstof in de lucht zit, veranderde mijn ademhaling ook vanzelf. Wanneer iemand overlijdt zeggen we: hij heeft zijn laatste adem uitgeblazen. En hoezeer en krampachtig we ook ons best doen om dat moment zo lang mogelijk uit te stellen, juist te bespoedigen of anderszins te manipuleren; uiteindelijk hebben we het niet in de hand. Probeer je adem maar eens in te houden; het lukt je een tijdje, maar op een gegeven moment wordt er naar lucht gehapt. Daar kun je niets aan doen. In dezelfde richting kunnen we ons afvragen: de allereerste ademhaling; besloot jij daartoe?

Met al ons gefocus en geknutsel aan (in dit geval) de ademhaling, spannen we zoals gewoonlijk het paard achter de wagen. Waar ik nieuwsgierig naar ben is de vraag: wat ademt jou? En roep niet te snel dat jij dat ZELLUF doet, maar kijk in alle rust en openheid.

Met de vraag ‘wat ademt jou?’ komen we bij het hart van het binnenstebuiten paradigma. Bij de 3 principes. En het antwoord hoeft niet eenduidig te zijn of vastgelegd te worden. Wat jou ademt hoeft niet benoemd te worden en we hoeven, als je een antwoord vindt, daar zeker geen opdrachten en regels aan te verbinden, want dan gaan we linea recta de religie in en da’s niet waar wij naar wijzen.

Misschien kunnen we gewoon met die vraag leven.

Image by Anke Sundermeier from Pixabay

Share This