Momenteel passen wij op een huis en twee geweldig leuke hondjes. Ik geniet er enorm van om ’s ochtends direct na het opstaan een flinke, frisse wandeling met ze te maken. Na een uurtje zijn we dan weer thuis en smaakt het eerste kopje koffie extra lekker. Ik vroeg mij af waarom ik zo’n ochtendritueel ’thuis’ (in de camper) niet afwerk, als ik dat zo fijn vind. Ook zonder honden zou ik natuurlijk in alle vroegte kunnen gaan lopen. Voor de grap zei ik tegen een vriendin dat ik een imaginaire hond zou nemen. Eentje die in de camper paste, niet verhaarde, altijd mijn bevelen opvolgde, geen eten nodig had en net zo leuk, schattig en grappig was als ik maar kon verzinnen. Eentje die ’s ochtends vrolijk met mij meewandelde aan een imaginaire lijn. Of lekker los in het bos.

Al fantaserend realiseerde ik mij dat we alle mensen om ons heen eigenlijk ook bedenken. Natuurlijk is er een fysieke component aan onze partner, ouders, kinderen, collega’s en buren, maar wat we van hen vinden en hoe we hen zien is de uitkomst van een proces dat uitsluitend plaatsvindt in ons hoofd. In onze gedachten.

Zonder de kracht van het denken zou er geen waarneming plaatsvinden. Er zou geen idee zijn over een ‘ik’ en de ‘ander’. Dat kunnen we ons letterlijk niet voorstellen. Maar op een wat praktischer niveau; zonder jouw persoonlijke gedachten is er geen mening over karaktertrekken. Bestaat er geen oordeel met betrekking tot gedrag. Zou er nu geen verleden meespelen in je kijk op de ander. Kunnen er geen verwachtingen over de toekomst zijn. Vindt er in je hoofd geen invulling plaats van de eventuele gedachten in het hoofd van je medemens.

We construeren met onze gedachten de mensen om ons heen in een voortdurend, vaak onbewust proces van gedachte – bewustzijn – realiteit. Iedereen is onze imaginary friend. Of vijand natuurlijk. Net wat je bedenkt.

Foto © Rob Tol

Share This