Ik moest naar een verjaardag, maar ik had er absoluut geen zin in – al de hele ochtend was ik tegen mezelf aan het mopperen. Bleh. Nee. Geen zin. Ik wil gewoon echt niet.

Zonder het in de gaten  te hebben, fantaseerde ik een vreselijk ellendig feest bij elkaar. Want die vervelende zus zou er misschien zijn, wellicht moest ik suffe gesprekken voeren of kritische opmerkingen van tante Bits doorstaan.

Mijn gedachten over wat er misschien zou kunnen gebeuren, voelden als een zeker weten. En, zoals dat vaak gebeurt als we ervan uitgaan dat onze gedachten waar zijn, moest ik dus ook alvast bedenken hoe ik die toekomstige vervelende situaties zou gaan opvangen.

Tot ik me realiseerde wat ik aan het doen was. Opeens zag ik mezelf als het ware van een afstandje en werd het me duidelijk.

Wacht… Ik zit op een gedachtentrein! Ik zag dat ik mezelf enorm aan het opfokken was terwijl ik helemaal niet wist wat er zou gaan gebeuren en hoe het zou zijn. Ik creëer een illusie en ga me ernaar gedragen. Toen ik er zo tegenaan keek zag ik dat er eigenlijk best veel mitsen en maren en waren mijn overtuigingen dus niet zo solide waren als ik in eerste instantie dacht.

Ik haalde de ellende alvast een beetje naar voren – alsof het prettiger voor me zou zijn als ik me van tevoren alvast slecht zou voelen. Als voorbereiding voor het moment suprême of zoiets.

Spoiler: dat is het niet. Nooit. Het is zinloos, want je kan je toch niet voorbereiden op een hypothetische situatie. En het schiet ook niet op. Je kan beter de hele dag blij zijn en op die verjaardag potentieel ongelukkig zijn dan jezelf de hele dag op zitten te vreten.

En daarnaast, ik ben in elke situatie in staat om op te vangen wat het leven naar me gooit. Daar hoef ik nu nog helemaal niet mee bezig te zijn. Ook als het een curveball is. Toen ik me dat realiseerde kwam de gedachtentrein tot stilstand en kon ik uitstappen en verder gaan met mijn dag. Ongestoord. Lekker rustig. 🙂

Share This