Een tijdje geleden kocht ik een flinke voorraad koffie en constateerde dat we voorlopig genoeg koffie hadden. Mooi. In mijn hoofd settelde die gedachte zich blijkbaar. ‘Er ligt een overvloed aan koffie in de ondersta la in de keuken’. En ik leefde vrolijk verder, zonder me bewust te zijn van die gedachte over de hoeveelheid koffie. Het was slechts een eenmalige constatering en viel ook in de categorie ‘lekker belangrijk’.

Vanmorgen meldde Geliefde dat de koffie bijna op was. Ik keek verbaasd op van mijn laptop. Ik kon het bijna niet geloven. Er was toch genoeg koffie? En onmiddellijk realiseerde ik me dat dit fenomeen zich voortdurend voordoet in de menselijke geest. Wij stellen (tevreden of knorrig) vast dat iets een feit is. Het aantal pakken koffie is genoeg. De buurman/mijn broer is een pedante kwal. Ik heb het weekend echt nodig om bij te komen. Die politieke partij deugt van geen kanten. De kleinkinderen zijn het belangrijkst in mijn leven. Hardlopen is goed voor je/mij. Mijn moeder/partner houdt niet genoeg van me.

Veel van dit soort constateringen zijn volkomen onschuldig, zoals mijn koffievoorraadgedachte. Er zijn echter ook gedachten die we als feiten zien waar we vervolgens ‘last’ van krijgen. Ruzie over maken. Onder lijden. En dat is jammer, want het hoeft niet. Herkennen van het feit DAT je weliswaar denkt (zoals ieder mens) maar dat WAT je denkt geen waarheid is kan je helpen om met meer openheid en nieuwsgierigheid door het leven te gaan. Zonder vaste overtuigingen. Wetend dat je in elk moment tegen je gedachten aankijkt, niet tegen daarvan onafhankelijke ‘feiten’.

Ik ga koffie halen.

Foto © Rob Tol

 

Share This