Ken je dat? Dat je een klein wondje of huidschilfertje hebt en jezelf er met geen mogelijkheid van kunt weerhouden om eraan te krabben? Helaas maak ik dit al jaar en dag op een constante basis mee met mijn nagelriemen, waardoor die inmiddels permament rood geworden zijn.

Vaak lijkt het eerst best goed te gaan en lijkt je huid er beter uit te gaan zien. Want dat kleine korstje of het droge plekje, daar ergerde je je aan. Het stond in de weg van een aangenaam zachte en egale huid.

Maar je gaat altijd te ver en krabt tot bloedens toe. Als je eenmaal begonnen bent, ben je niet meer te stoppen. Zo voelt het tenminste. Dan moet dat laatste stukje er ook af. Het is mij vaak genoeg gebeurd dat ik op de meest onhandige plek zonder tissue of pleister opeens een vinger had die droop van het bloed. Niet ideaal, kan ik je vertellen.

Gister werd ik erop gewezen dat ik dit grapje mentaal ook uithaal – ik herhaal bepaalde gedachten heel masochistisch net zo lang tot ik me er ellendig door ga voelen. En dan soms nog nét wat langer, zodat ik echt lekker in de put raak. Ik krab en krab en misschien wrijf ik voor de lol nog wat zout in mijn psychologische wond zodat het zeker weten pijnlijk wordt.

Een interessante realisatie, want net als met een fysiek wondje merk ik vaak pas laat dat ik onbewust aan het krabben ben. Eerst lijkt het alsof het best logisch is om zo’n gedachte te hebben, maar voor ik het weet is het uit de hand gelopen. En dan bloedt het al. Maar dat betekent niet dat het te laat is om er iets aan te doen.

Als mens hebben we gelukkig altijd onze eigen psychologische pleisters bij ons om het bloeden te stelpen: onze vrije wil om de onaangename gedachte los te laten. En het besef dat geen enkele gedachte ooit waar is. Ook een gedachte die je vaker denkt is niet waar. Zodra die pleister op je wond zit kan je doorgaan met leven.

Pijnloos. Vrij.

Share This