Na de prachtige zonsondergang aan de westkust en een pizza, rijden we ‘huis’waarts. Er loopt geen snelweg door dit gedeelte van Portugal en de bochtige binnenwegen hebben geen verlichting. Geliefde doet de bermverlichting en het groot licht van de auto aan om te zien waar hij rijdt. Heel af en toe is er een tegenligger. Dan moet het grote licht uit om de ander niet te verblinden. Zodra het weer aangezet wordt, gaat er een wereld voor ons open. Bomen in grillige vormen, een schuurtje, zwerfhonden in alle soorten en maten, rotsblokken, jagende katten met oplichtende ogen, verlaten huisjes, vuilcontainers en natuurlijk het slingerende asfalt.

Dat ligt er allemaal ook als het grote licht even uit is. We kunnen er een vermoeden van hebben, maar we zien het niet tot we ons (grote) licht erop schijnen. Tot dan hebben we een beperkt zicht. Zien we enkel wat direct voor ons ligt. Zou het ook zo zijn in het leven? Dat er veel meer (alles!) is dan je denkt? Een oneindig potentieel voor ieder mens? En dat je ’t kunt zien in de mate waarin jij jouw licht erover laat schijnen?

Share This